het koord

“Maar wat ik wil zeggen is, we stonden aan de oever van de rivier onder de bomen, wij tweeën, en we beloofden elkaar het niets dat daar was, het niets dat ons gemaakt had, het niets dat luisterde, dat we werkelijk verlangden om onszelf te overstijgen. En dat is de boodschap. Dat is het. Dat is alles.Kringen die wijder worden aan het oppervlak van een meer boven een erin geworpen steen. Een slok water aangeboden aan een dorstige reiziger die onderweg is. Niets meer dan wat er gebeurt als dingen samenkomen, als waterstof zuurstof treft, of als een verhaal van toen een verhaal van nu treft, of steen treft water treft meisje treft jongen treft vogel treft hand treft vleugel treft bot treft licht treft duister treft oog treft woord treft wereld treft korrel treft zand treft dorst treft honger treft nood treft droom treft werkelijkheid treft gelijkheid treft verschil treft dood treft leven treft einde treft alles opnieuw beginnen, het verhaal van de natuur zelve, immer inventief, die van het een het ander maakt, het een tot het ander, en niet duurt, en niets gaat teloor, en nooit gaat iets teniet, en alles kan altijd veranderen, omdat alles altijd zal veranderen, en alles zal altijd verschillend zijn omdat alles altijd verschillend kan zijn. En het waren altijd de verhalen die verteld moesten worden waardoor we het koord kregen waarmee we elke rivier konden oversteken. Zij lieten ons hoog boven bergspleten bungelen. Ze maakten dat we echt acrobaten werden. Ze maakten dat we moed kregen. Ze troffen ons aangename. Ze veranderden ons. Dat lag in hun aard besloten.”

uit: Ali Smith – Girl Meets Boy